18/11/2020

Van jeugdspeler tot kampioen: aan tafel met Bryan Heynen

Eindelijk is hij terug. Na maandenlange revalidatie mocht Bryan Heynen in de competitie-wedstrijden tegen KAS Eupen en STVV eindelijk nog eens proeven van minuten op het hoogste niveau. Afgelopen week verscheen de rustige middenvelder voor het eerst terug aan de aftrap in de vriendschappelijke wedstrijd tussen KRC Genk en de nationale U21-ploeg van ons land. Wij hadden deze week een fijne babbel: over het verleden, het heden en de toekomst.

Herinner je je periode in de beginjaren bij KRC Genk nog goed?
Gho, dat is natuurlijk al heel even geleden. Toen ik zes jaar was heb ik deelgenomen aan het taalkamp dat elk jaar tijdens de zomermaanden plaatsvond in de academie. De helft van de dag bestond uit voetballen, en de andere helft kregen de spelers Franse les. Aan het einde van de week zijn de trainers dan naar mij toegestapt om te vragen als ik interesse had om voor KRC Genk te komen voetballen, hetgeen ik uiteraard zag zitten. Ik ben dan ook redelijk snel aan kunnen sluiten bij de U7 van KRC Genk, in het team van Frank Buelens. Hij is nog steeds actief in de jeugdwerking. Wat ik me ook nog goed kan herinneren was dat mijn vader mij naar de training bracht. Als hij niet kon, dan was mijn grootvader de chauffeur van dienst. Het waren leuke tijden!

Hoe verliep de combinatie school-voetbal?
Tot en met het derde middelbaar heb ik bij mijn vrienden in Bree op school gezeten, om dan uiteindelijk toch over te schakelen naar het College in Genk. De voornaamste reden was dat de combinatie met voetballen bij KRC Genk toch net een tikkeltje makkelijker verliep. In mijn eerste jaar op het college heb sportwetenschappen gedaan, en de laatste twee jaar topsport. Als ik heel eerlijk moet zijn was ik wel een vrij vlotte student. Ik had er niet veel moeite mee om achter de boeken te kruipen en mij te focussen op mijn studies. School is belangrijk, dat moet elke jonge voetballer goed beseffen.

Op welke positie werd je vroeger als jeugdspeler uitgespeeld?
In de beginjaren werd ik vaak uitgespeeld op de 10, in een iets vrijere rol op middenveld. Niet elk seizoen verliep even gemakkelijk want ik kan me nog goed herinneren dat er een seizoen bij was dat ik bijna op voorhand al wist dat ik vervangen werd als ik mocht starten aan een wedstrijd. Zulke zaken horen er natuurlijk bij op het elite-niveau. Het maakt je ook wel sterker. Vanaf de U16 hebben de trainers mij dan iets lager op het speelveld gezet en liep het allemaal ook wel wat vlotter. 

Wat zijn de leukste herinneringen uit je periode als jeugdspeler?
In de onderbouw namen we vaak deel aan tornooien. We hadden altijd wel een sterke lichting en gingen vaak als winnaar naar huis. Bij de U16 zijn we landskampioen kunnen worden, ook toen hadden we een sterke lichting. Jongens als Nordin Jackers, Dries Wouters, Casper De Norre, Tyron Ivanof hebben ondertussen toch al een mooi aantal minuten op het hoogste niveau op de teller staan. Ook de bekerwinst bij de beloften op Roeselare was een heel fijne ervaring. Dat was ook een sterke campagne van ons. In de halve finale versloegen we toen op eigen veld Standard. In Roeselare kwamen we al snel 1-0 achter, maar door o.a. een doelpunt op vrije trap van mezelf konden we de bordjes toch omdraaien in ons voordeel. 


Als jeugdspeler maakte je nooit echt deel uit van de nationale ploeg. Heb je ambities om daar als profvoetballer wel bij te kunnen horen?

Ik denk dat dat voor elke voetballer wel een droom is, maar op dat vlak moet ik wel realistisch zijn. Op dit moment ben ik vooral blij dat ik terug kan voetballen, en uiteraard hoop ik snel terug een vaste stek in het team bij KRC te kunnen bemachtigen. Natuurlijk zou het leuk zijn als ik ooit deel zou mogen uitmaken van de Rode Duivels. Het is op dit moment geen must maar het is wel een uitdaging voor mezelf om naar toe te kunnen werken in de toekomst.

Je liep tweemaal dezelfde zware blessure op. Hoe moeilijk is het om daar mee om te moeten gaan?
Dat is op het eerste moment een zware slag, maar je kan niet terug. Als je zoiets aan de hand hebt dan zit er maar één ding op en dat is vooruit kijken. De periode vanaf de diagnose tot aan de operatie is de moeilijkste omdat je dan eigenlijk niets kan doen. Vanaf dat de operatie achter de rug is, kan je vooruit kijken en elke dag werken om vooruitgang te boeken. Ondanks de zware blessures heb ik nooit getwijfeld om terug te knokken, op geen enkel moment. Het enige wat je op dat moment wilt is gewoon terug op het veld staan en belangrijk zijn voor je club en de supporters. Tijdens de eerste revalidatie heeft mijn omgeving weinig gemerkt aan mij denk ik. Dat was een vrij vlot proces. Bij de meest recente revalidatie zijn er wel wat mindere momenten geweest en besef ik van mezelf dat ik niet altijd de meest aangename persoon in huis was. Ik ben mijn omgeving dan ook wel best dankbaar voor de steun en het vertrouwen dat ze mij gegeven hebben.

Natuurlijk heb je ook al heel wat mooie momenten mogen beleven in je jonge carrière. Vertel eens?

De landstitel bedoel je? Unieke ervaring! Het is jammer dat zulke momenten zo snel voorbij vliegen. Op het moment zelf besef je zulke dingen niet allemaal even goed. Ik scoorde bijvoorbeeld het belangrijke doelpunt op Anderlecht, maar eigenlijk kom je pas enkele dagen en zelfs weken later tot het besef wat je allemaal hebt mogen meemaken. Het seizoen van de landstitel was een uniek seizoen. Vanaf januari kwam ik in de ploeg. Eerst in een eerder verdedigende rol, achter Mali en Pozuelo. Toen Alejandro vertrok naar Canada kwam Sander terug in het team en kon ik mij aanvallend iets meer uitleven. Op die manier heb ik in PO1 wel een belangrijke rol gespeeld met enkele doelpunten tot gevolg. Het maakt mij niet zoveel uit op welke positie ik in het elftal sta, ik zal me altijd proberen te schikken naar mijn rol. De landstitel is alleszins wel het absolute hoogtepunt in mijn carrière. Als kind stond ik in 2011 als supporter naast het veld en nu datzelfde meemaken maar dan als basisspeler: fantastisch en onvergetelijk.

Hoe voelde het om terug op het veld te staan tegen Eupen?
Geweldig. Ik had niet meteen verwacht om tijdens mijn eerste selectie al meteen minuten te mogen maken. Dat maakte het des te mooier. Toen ik in mocht vallen stond het 2-0 en uiteindelijk konden we nog twee extra doelpunten scoren. Ook in de wedstrijd daarna op Stayen mocht ik minuten meepakken en konden we de zege binnenhalen. Het gaat goed qua resultaten, al kan het spelniveau nog wel iets beter. Daar werken we met onze nieuwe trainer elke dag aan op training. Het geeft alleszins mentaal wel een goed gevoel om terug bij de groep te horen en op het veld te staan. Daar heb ik maanden heel hard voor gewerkt. Ik voel dat ik door mijn revalidatie en de corona-periode ook wat extra fysieke kracht heb kunnen bijwinnen. Dat geeft toch ook wat extra mogelijkheden.

Tegen de U21 van België was je kapitein. Hoe voelde dat?
Het is zeker iets wat deugd doet. Je komt als jeugdspeler bij het eerste elftal terecht en om dan uiteindelijk die band te mogen dragen is wel echt een fijn gevoel. Ik zeg niet meteen dat ik rechtstreeks de ambitie heb om kapitein te moeten worden van KRC Genk, maar als men het mij zou vragen zal ik de band met veel plezier aannemen en mijn rol als leider opnemen.


Slotvraag: welke Genkie is jouw voorbeeld geweest?

Aangezien we dezelfde positie hebben en misschien ook wel een beetje dezelfde stijl hebben dan zou ik toch voor Dániel Tőzsér gaan. Hij stond in het elftal tijdens het kampioenenjaar in 2011 toen ik als supporter naast het veld stond. Zijn simpele maar efficiënte stijl en zijn stilstaande fases zijn toch twee aspecten die me zeker aanspreken.

Bedankt voor je tijd Bryan, en heel veel succes!
Graag gedaan!

 

Dominique Vaes