22/05/2021

Aan tafel met Gilbert Roex

Elk jaar schuift er wel een nieuwe keeper door vanuit de jeugdwerking naar de A-kern. Het lijstje blijft maar groeien. Ruud Boffin, Sem Fransen, Sinan Bolat, Jo Coppens, Koen Casteels, Logan Bailly, Thibaut Courtois, Gaetan Coucke, Nordin Jackers, Tobe Leysen, Vic Chambaere, Maarten Vandevoordt en we kunnen nog wel even doorgaan. KRC Genk staat bekend om haar prima jeugdwerking maar zeker ook voor het opleiden van keepers. Wij hadden een fijne babbel met keepertrainer Gilbert Roex. Al meer dan 27 seizoenen aan de slag bij KRC Genk.

Vertel eens, Gilbert. Je bent al meer dan 27 seizoenen aan de slag bij KRC Genk maar hoe ben je eigenlijk in onze club terecht gekomen?
GILBERT: «Ik was aan de slag als veldtrainer bij Cobox ’76 toen ik op een dag gecontacteerd werd door toenmalig manager, Paul Heylen. We kenden elkaar een beetje omdat ik toen al meehielp aan de jeugdkampen die door KRC Genk georganiseerd werden. De club stelde voor om in mijn eerste seizoen een rol als veldtrainer bij de U13 te combineren met keeperstrainer. Het was een drukke periode. Aangezien ik deze functie ook nog eens combineerde met mijn job bij de brandweer van Genk. »

 Je was ook trainer op de topsportschool?
GILBERT
:  «Inderdaad, dat heb ik 20 jaar gedaan. Daar deze trainingen plaatsvonden tijdens de dag, was deze combinatie heel goed te doen. Een ‘echte’ passie! Het was elke dag opnieuw een uitdaging om de keepers, die ook in de lagere reeksen actief waren, beter te maken. We hebben de lat altijd heel hoog gelegd en daar zijn die jongens ons tot vandaag nog steeds dankbaar voor.»

“Met video-analyse proberen wij te werken aan de details, en die zijn heel belangrijk op het hoogste niveau”

Al snel vervoegde Koen Witters het team der keeperstrainers?
GILBERT:  «Dat klopt. Ik heb Koen leren kennen toen we samen trainer waren tijdens enkele jeugdkampen. Guy Martens had het zeer druk met de combinatie want hij was op dat moment al keeperstrainer bij het eerste elftal. Daarom hebben we aan Koen gevraagd om ons te versterken. Later heeft ook Poll Peters ons team vervoegd zodat we met 4 keeperstrainers waren, waarvan Guy zich vooral met het eerste elftal bezig heeft gehouden.»

Jullie begonnen al heel snel met video-analyses. Een primeur in België op dat moment?
GILBERT:  «De club wilde mee investeren in de jeugdwerking, dus dat heeft dat ook wel wat vergemakkelijkt. In de beginjaren namen wij enkel beelden op van de doelmannen. Naderhand moesten die beelden bewerkt worden met een standaard montage-programma. Daar kroop heel wat tijd in. De doelmannen worden nog steeds na de wedstrijd uitgenodigd om de beelden samen te bespreken. Dat is echt wel een troef die we proberen uit te spelen omdat we er ook de meerwaarde van zien. We werken aan de details en op het hoogste niveau zijn deze zeer belangrijk. KRC Genk heeft op dat vlak zeker een voortrekkersrol, daar ben ik van overtuigd.»

Hoe moeilijk was het om jarenlang jouw job te combineren met je rol als keeperstrainer in onze jeugdwerking?
GILBERT:  «Dat was niet altijd simpel. Ik werkte bij de brandweer in een 24-uursysteem. Dankzij dit systeem, had ik wat meer tijd tijdens de week. Al was het soms best wel hectisch maar niet stresserend. Want wanneer je iets ‘heel graag’ doet, maak je daar ook geen punt van. Nu ik op pensioen ben, merk ik wel dat ik iets meer rust gekregen heb in mijn leven. Ik denk dat mijn vrouw daar ook wel tevreden mee is. » 

“Als talentvolle doelman kan je nergens beter zitten dan bij KRC Genk”

Hoe is ‘de keeper’ in de loop der jaren geëvolueerd?
GILBERT:  «Wij zetten al jaren in op de meevoetballende keeper. Ik denk dat wij dat in België als eersten hebben proberen te integreren. Het is noodzakelijk dat een doelman hoog kan meespelen en in balbezit ook een meerwaarde kan zijn. We zijn in de beginjaren ook op stage geweest in Ajax. In de loop der jaren hebben wij onze eigen accenten proberen toe te voegen. Wij hebben dat volledig uitgewerkt en deze wordt nog dagelijks gemoderniseerd. Ik denk dat jongens als Maarten Vandevoordt , Koen Casteels en Thibaut Courtois het mooiste voorbeeld zijn van de doelmannen die wij hier proberen te creëren. Als je talentvol bent als doelman, dan is KRC Genk het juiste adres.»

Jullie zijn recent ook gestart met het opleiden van keeperstrainers. Vertel daar eens wat meer over?
GILBERT: «Enkele maanden geleden heeft Poll Peters ervoor gekozen om onze club te verlaten. We hebben toen intern samengezeten en beslist om een trainersopleiding te starten. Geïnteresseerde keeperstrainers kregen de kans om zich aan te melden. We hebben toen op een “testdag” iedereen uitgenodigd. Daaruit hebben wij een aantal kandidaten geselecteerd die wij nu opleiden, binnen de filosofie van KRC Genk. We moeten zorgen dat er continuïteit is naar de toekomst toe. Er zitten heel wat sterke trainers tussen en dat maakt de samenwerking ook weer extra leuk en uitdagend.»


“Ik heb zoveel mooie momenten mogen meemaken. Het mooiste moment eruit kiezen? Dat is echt bijna onmogelijk.”


Je hebt heel wat mooie momenten mogen meemaken. Welke momenten waren het mooist?
GILBERT: «Als je zoveel jaren bij één club bent en zoveel succes hebt mogen meemaken, is dat natuurlijk wel een moeilijke vraag. Toen ik destijds nog hoofdtrainer bij de U17 was, zijn we kampioen van België geworden. Koen Daerden speelde toen nog in mijn ploeg. Wat zeker ook leuk is, zijn de jongens die zijn doorgebroken op het hoogste niveau.

Keeperstrainer zijn, is heel individueel. Als je dan die jongens op het hoogste niveau hun debuut ziet maken:’ ja, dat doet me altijd wel iets.’ Thibaut is ondertussen al zo succesvol geweest. Koen Casteels is verkozen tot beste doelman in de Bundesliga. Er echt één specifiek moment uitkiezen, is heel moeilijk! Dat ga ik dus ook niet doen!»

Heb je nog veel contact met jongens als Thibaut, Koen, Nordin, … ?
GILBERT: «Het is niet dat we elkaar dagelijks contacteren, maar er is wel een zekere regelmaat in het contact. Zoals gezegd: als keeperstrainer ben je heel individueel bezig met de jongens en bouw je toch een bepaalde band op. Ik probeer alleszins die contacten ‘zeker’ te behouden en niet alleen met de jongens op het hoogste niveau. De jongens die in de lagere afdelingen spelen, volg ik ook nog altijd via internet/krant. We sturen ook af en toe berichtjes.»

Hoe zie je je persoonlijke toekomst Gilbert?
GILBERT: «Goeie vraag. Ik ben nu 62 jaar. Als je die leeftijd bereikt hebt, dan stel je je al iets minder de vraag: waar wil ik binnen tien jaar staan? Om eerlijk te zijn bekijk ik dit jaar per jaar. Zolang ik mij fysiek en mentaal voel zoals ik mij nu voel, zal ik zeker nog door blijven gaan. Ik voel me hier heel goed. Ik woon dichtbij en ken het huis natuurlijk ook vanbinnen en vanbuiten. Dus… om op je vraag te antwoorden: “Als alles goed blijft gaan, zou ik hier zeker graag nog enkele jaren rondlopen.”»

Dat hopen wij ook Gilbert. Bedankt voor jouw tijd, en veel succes!