09/10/2017

30 jaar KRC Genk Jeugd - Roland Breugelmans aan het woord

KRC Genk werkt momenteel het 30e seizoen af in haar bestaan. Tijd om even een blik te werpen in de historie van de jeugdwerking. Wij hadden een babbel met Roland Breugelmans. Hij werkt momenteel zijn 30e seizoen af bij KRC Genk Jeugd en is al vanaf dag 1 een belangrijke schakel in de Genkse voetbalschool. 


We keren even terug in de tijd, meer bepaald naar 1 juli 1988.

“De oprichtingsdatum van KRC Genk. Ik herinner het me nog alsof het gisteren was. KRC Genk zocht trainers. Vanwege de fusie was ook het aantal ploegen naar omhoog gegaan. Paul Heylen contacteerde mij in zijn speurtocht naar trainers. Op dat moment was ik 26 jaar en in het bezit van mijn diploma UEFA A. Het was een mooie kans voor mij om aan de slag te kunnen gaan in een nieuwe club op het hoogste niveau. In mijn eerste seizoen kreeg ik liefst 38 spelers onder mijn hoede. De bekendste was allicht Davy Oyen. Hij werd later zelfs Rode Duivel. In totaal was ik 10 jaar jeugdtrainer bij KRC Genk en kreeg ik verschillende leeftijden onder mijn hoede.”

Ondertussen sta je niet meer op het veld maar wel ernaast. Je bent momenteel algemeen directeur van de jeugdwerking van KRC Genk.

“Klopt. In het begin was dat wel even wennen maar al snel leg je de focus op je nieuwe job met andere accenten. Vandaag word ik ondersteund door o.a. de jeugdcoördinatoren die goed werk leveren. Vooral met Koen Daerden sta ik dagelijks in contact. Hij neemt een erg groot deel van het sportieve onder zijn hoede, terwijl ik me focus op organisatie en structuur.

Een goed fundament is belangrijk in een club als de onze. Wij proberen een voorbeeld te zijn op vlak van communicatie en organisatie. Jeugdspelers die naar ons komen moeten op alle vlakken onder de indruk zijn. Onze jeugdwerking wordt dagelijks ondersteund door tientallen medewerkers en vrijwilligers die het allerbeste voorhebben met KRC Genk. Zo is het natuurlijk aangenaam werken.”

Je hebt een mooie taakomschrijving gegeven over je job, maar wat is nu eigenlijk het leukste aan deze functie?

“Het leuke aan deze job en aan onze jeugdwerking is dat we al dertig jaar lang kansen geven aan onze jeugd. We proberen hierin een zekere constante te brengen, met gemiddeld gezien elk seizoen 10 jeugdspelers in de A-kern. Dit geeft heel veel voldoening. Als ik maandagochtend in de krant blader, dan kom ik op elke voetbalpagina wel een speler tegen die bij ons in de academie gevoetbald heeft. In elke reeks in het (inter)nationaal voetbal speelt er wel iemand met Genkse roots. Het is dan ook bijzonder fijn dat spelers regelmatig nog eens terugkeren naar onze academie. Thibaut Courtois, Yannick Carrasco, Kevin De Bruyne, Divock Origi en co passeren hier wel een keer als ze in België zijn.”

Dertig jaar jeugdopleiding, dat kan al tellen. Wat zijn de grootste verschillen tussen seizoen 1 en seizoen 30?

“Het grootste verschil is de professionalisering op alle vlakken. We werken met geselecteerde spelers, met top-begeleiding op top-velden, in een mooie academie. Vroeger hadden we vooral Limburgse jongens maar nu kunnen we spelers halen in heel België.  Eigenlijk is het niet te vergelijken. Voor mezelf is het mooi om het verschil te kunnen zien en hier ook het beleid mee in te kunnen bepalen. Vooral stimulerend ook om mensen vanuit de jeugd te zien doorgroeien naar de hoofdclub op sportief en bestuurlijk vlak. We zijn al jaren één club. Wij willen het grote voorbeeld zijn in België op vlak van samenhorigheid. Het nieuwe gebouw wat in de nabije toekomst onze academie zal verbinden met de werking van de A-ploeg is hiervan een mooi voorbeeld. Wat me ook enorm blij maakt is dat er meer mensen fulltime en halftime in dienst worden genomen. Dat laat ons toe om nog professioneler te werken. Voorts zijn we erg tevreden over de goede samenwerking met het SJB College zodat we ook namiddag kunnen trainen. Een echte zegen!”


Je hebt al veel mooie momenten meegemaakt met KRC Genk maar welk moment koester je het meest?

“Op sportief vlak bestaat daar geen twijfel over: de titel in het seizoen 2010-2011 met liefst 5 spelers in het basiselftal die opgeleid werden in onze academie. Thibaut Courtois, David Hubert, Kevin De Bruyne, Jelle Vossen en Marvin Ogunjimi. Aan de start van dat seizoen waren we als club al heel fier dat deze jongens zoveel speelminuten kregen. Maar het seizoen evolueerde erg positief met een ongelofelijke ontknoping in de slotwedstrijd tegen Standard. Als ik hieraan terugdenk krijg ik nog steeds kippenvel. Dat moment heeft er wel voor gezorgd dat de lat steeds hoger ligt. Men hoopt dat wij elk jaar jongens van dat kaliber kunnen opleiden maar uiteraard is dit niet zo evident. Topclubs loeren om de hoek om onze spelers weg te komen halen, maar wij proberen hen te overtuigen van onze visie, onze manier van voetballen en de constante doorstroming van jeugd naar het A-elftal.”


Is KRC Genk geëvolueerd tot een opleidingsclub?

“KRC Genk is een opleidingsclub en zal voor altijd een opleidingsclub blijven. We willen onze eigen jeugd altijd kansen blijven geven. Jongens die het talent hebben en ervoor werken zullen bij ons kansen krijgen. Jos Vaessen was de man die de oprichting van de academie in 2002 mogelijk maakte. Hij keek naar de toekomst en begreep dat er in de jeugdwerking moest geïnvesteerd worden. Jos heeft ons middelen gegeven waar wij mee aan de slag zijn gegaan. We hebben in 2013 het complex verder kunnen uitbreiden met een extra verdiep. Het clubbestuur heeft meer dan ooit door dat investeren in de jeugdwerking de toekomst is.”

Waren er ook pijnlijke momenten?

“Je komt in 30 jaar ook wat minder leuke momenten tegen. Het meest pijnlijke moment was toch wel het verlies van jeugdtrainer Danny van Den Berg. Danny was iemand die elke dag aanwezig was op de club en zijn verlies is erg hard aangekomen in onze club. Ook op sportief vlak zijn er minder leuke momenten geweest. Het vertrek van Dennis Praet, Divock Origi en Yannick Carrasco in hetzelfde seizoen was een serieuze streep door onze rekening. In de sportwereld moet je je daarbij kunnen neerleggen om de dag erna nog harder te werken. Uiteraard weegt dit niet op tegen het menselijk verlies.”

Wat is de grootste uitdaging van Roland Breugelmans?

“Elke dag vooruitgang boeken. Het is voor ons een grote uitdaging om onze beloften-competitie in 1e amateur onder te brengen. Dan moeten we geen jongens meer uitlenen maar krijgen ze bij ons de kans om verder te ontwikkelen. Het voorbeeld van Jong Ajax en Jong PSV is in Nederland op dat vlak erg goed onthaald en we vinden dat dit moet in België ook moet gebeuren. De beloften moeten kunnen acteren in een betere competitie en in betere omstandigheden.

We willen ook op vlak van onderwijs stappen blijven zetten. Meer en betere faciliteiten om met onze jongens nog professioneler aan de slag te gaan. Op termijn komt veld 6 er, een nieuw grasveld. Een realistische droom is een tweede kunstgrasveld op veld 4 aan te leggen. Later willen we graag veld 7 aanleggen. Dan hebben we vijf natuurvelden en 2 kunstgrasvelden. Dat is een realistisch doel.  Tevens willen we ook investeren in vaste camera’s om wedstrijden makkelijker te kunnen filmen. Je merkt dat we op alle vlakken aan de toekomst denken.”